ECLI:NL:CRVB:2014:1551
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Bijdrageplicht voor zorgverzekering van echtgenote van appellant in België
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, woonachtig in België, was in geschil met het Zorginstituut Nederland over de bijdrageplicht voor de zorgverzekering van zijn echtgenote. De appellant ontving een prepensioen van het ABP en was als verdragsgerechtigde aangemerkt voor zorg in België. De Raad heeft vastgesteld dat de echtgenote van appellant in 2006 onvoldoende inkomsten had voor een zelfstandig recht op zorg in België, waardoor de appellant bijdrageplichtig bleef voor haar zorgverzekering. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in detail onderzocht, waaronder de inschrijving van de echtgenote bij de Mutualité Socialiste du Luxembourg en de relevante Europese regelgeving. De Raad concludeerde dat de Mutualité terecht had vastgesteld dat de echtgenote van appellant niet verzekerd was voor de Belgische ziektekostenverzekering, en dat de appellant derhalve terecht bijdrageplichtig was. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, met uitzondering van een gegrond verklaard beroep wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.