ECLI:NL:CRVB:2014:1498
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over intrekking en terugvordering van AOW-toeslag met bijzondere omstandigheden
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 2 mei 2014, wordt de zaak behandeld van een appellant die in hoger beroep is gegaan tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) betreffende de intrekking en terugvordering van zijn AOW-toeslag. De appellant, geboren in 1942, emigreerde in 1997 naar Canada en ontving vanaf april 2007 een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Na de melding dat zijn echtgenote niet meer bij hem woonde, herzag de Svb zijn pensioen en beëindigde de toeslag. De appellant deed aangifte van fraude door zijn ex-echtgenote, maar de Svb concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor fraude. De Svb vroeg appellant om informatie over het inkomen van zijn ex-echtgenote, maar hij weigerde dit te verstrekken, wat leidde tot de intrekking van de toeslag en een terugvordering van € 6.269,46. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, maar de Raad oordeelt dat de Svb niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar de inkomsten van de ex-echtgenote. De Raad benadrukt dat de Svb ook informatie bij de ex-echtgenote of Canadese autoriteiten had moeten inwinnen. De Raad draagt de Svb op om het gebrek in het besluit te herstellen binnen tien weken na verzending van deze uitspraak.