ECLI:NL:CRVB:2014:1486
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsplicht AWBZ en dubbele verzekering bij volkenrechtelijke organisatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verzekeringsplicht van appellante onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Appellante, geboren in 1938 en ingezetene van Nederland, heeft in het verleden een weduwenuitkering ontvangen van een volkenrechtelijke organisatie. Na de dood van haar echtgenoot in 1987 heeft zij een verzoek ingediend bij de Sociale verzekeringsbank (Svb) om te worden toegelaten tot de verplichte AWBZ-verzekering. Dit verzoek werd afgewezen, omdat zij op grond van artikel 21, tweede lid, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 (KB 746) niet verzekerd is, aangezien zij recht heeft op een uitkering van de volkenrechtelijke organisatie. De rechtbank Maastricht heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.
De Centrale Raad overwoog dat appellante niet verzekerd is ingevolge de AWBZ, omdat zij recht heeft op zorg of vergoeding van kosten van de volkenrechtelijke organisatie. De Raad concludeerde dat er geen sprake is van een dubbele verzekering, omdat appellante op grond van de wet uitgesloten is van de verplichte AWBZ-verzekering. De Raad oordeelde dat de Svb terecht geen toepassing heeft gegeven aan artikel 24 van KB 746, dat afwijkingen van de regels mogelijk maakt in bijzondere gevallen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet in een onbillijke situatie verkeert, aangezien zij de mogelijkheid heeft om een particuliere ziektekostenverzekering af te sluiten.
De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de regels omtrent de verzekeringsplicht onder de AWBZ en de voorwaarden waaronder iemand kan worden uitgesloten van deze verzekering. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellante af.