ECLI:NL:CRVB:2014:1347
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van Ziektewet-uitkering na medisch onderzoek en geschiktheid voor eigen werkzaamheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 april 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Appellante, die als productiemedewerker werkzaam was, had zich op 21 februari 2012 ziek gemeld vanwege rugklachten en later psychische klachten. De verzekeringsarts concludeerde dat appellante per 26 april 2012 hersteld was en haar Ziektewet-uitkering beëindigd kon worden. Appellante maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar ongegrond. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsgeneeskundige rapporten voldoende gemotiveerd waren en dat er geen reden was om te twijfelen aan de conclusie van de verzekeringsartsen dat appellante geschikt was voor haar eigen werkzaamheden.
In hoger beroep betwistte appellante de uitspraak van de rechtbank en herhaalde zij haar standpunt dat haar klachten door de verzekeringsarts waren onderschat. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de rechtbank de gronden van appellante uitvoerig had besproken en voldoende gemotiveerd had waarom deze niet slagen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat er geen nieuwe medische gegevens waren die tot een ander oordeel konden leiden. Uiteindelijk bevestigde de Raad de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.