ECLI:NL:CRVB:2014:1346
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en onvoldoende onderbouwing van gezondheidsklachten
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellant, die zich per 21 oktober 2011 ziek meldde vanwege migraine- en hoofdpijnklachten. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv op goede gronden het recht op ziekengeld van appellant met ingang van 24 november 2011 heeft beëindigd. De verzekeringsarts E.N. Ali concludeerde na onderzoek op 16 november 2011 dat appellant weer geschikt was voor zijn werk als agrarisch medewerker. Dit besluit werd bevestigd door bezwaarverzekeringsarts M. Keus na een herbeoordeling. Appellant voerde aan dat hij jarenlang onbeschermd met landbouwgifstoffen had gewerkt, maar deze stelling werd niet onderbouwd met voldoende bewijs.
De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij zij de onderzoeken van de verzekeringsartsen als voldoende beschouwde. De Raad oordeelt dat de medische onderzoeken zorgvuldig zijn uitgevoerd en dat er geen overtuigende aanwijzingen zijn dat appellant op de datum in geding niet in staat was om zijn werk te verrichten. De informatie van de behandelend neuroloog en psychiater, die na de datum in geding is verkregen, biedt geen basis om het eerdere standpunt van de bezwaarverzekeringsarts te herzien. De Raad concludeert dat de stellingen van appellant onvoldoende aanknopingspunten bieden om te twijfelen aan de eerdere oordelen van de artsen.
De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 23 april 2014.