ECLI:NL:CRVB:2014:1273
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beëindiging van ziekengeld en de zorgvuldigheid van het medische onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De zaak betreft de beëindiging van de ziekengelduitkering van appellante, die zich ziek had gemeld met diverse klachten. De rechtbank had geoordeeld dat het medische onderzoek dat ten grondslag lag aan het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) voldoende zorgvuldig was uitgevoerd. Appellante was van mening dat haar medische beperkingen waren onderschat en dat zij niet in staat was haar werk te verrichten. De Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het Uwv appellante per 6 februari 2012 geschikt had geacht voor haar arbeid. De Raad heeft vastgesteld dat het medische onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de bezwaarverzekeringsarts op begrijpelijke wijze de beperkingen van appellante had uiteengezet. De Raad heeft geen aanleiding gevonden om te twijfelen aan de conclusies van de bezwaarverzekeringsarts en heeft het hoger beroep van appellante afgewezen. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.