ECLI:NL:CRVB:2014:1200
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- B.J. van de Griend
- R.C. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Weigering van Wubo-uitkering wegens gebrek aan blijvende invaliditeit als gevolg van oorlogsgeweld
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 april 2014 uitspraak gedaan over de weigering van een Wubo-uitkering aan appellant, geboren in 1945 in het voormalige Nederlands-Indië. Appellant had in oktober 2007 een aanvraag ingediend om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat er geen blijvende invaliditeit was vastgesteld als gevolg van het aanvaarde oorlogsgeweld. De Raad baseerde zijn oordeel op de adviezen van geneeskundig adviseurs, die concludeerden dat de psychische klachten van appellant niet gerelateerd waren aan het oorlogsgeweld, maar voortkwamen uit onzekerheid over zijn afkomst.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant in juni 2011 opnieuw een aanvraag indiende op basis van toegenomen psychische klachten, maar ook deze aanvraag werd afgewezen. De geneeskundig adviseurs hebben in hun rapporten aangegeven dat de huidige klachten van appellant niet konden worden toegeschreven aan het oorlogsgeweld, maar eerder aan persoonlijke onzekerheden. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit deugdelijk was voorbereid en gemotiveerd, en dat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid van het standpunt van verweerder.
De Centrale Raad van Beroep heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de medische advisering in zaken die betrekking hebben op de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo) en de noodzaak om de oorzaken van psychische klachten zorgvuldig te onderzoeken.