ECLI:NL:CRVB:2014:113
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- J.F.C. Talman
- O.L.H.W.I. Korte
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over langdurigheidstoeslag en terugwerkende kracht in het bestuursrecht
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 21 januari 2014, wordt de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Maastricht om langdurigheidstoeslag over de jaren 2008 en 2009 toe te kennen, beoordeeld. Appellant, die bijstand ontvangt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had op 7 juli 2011 een aanvraag voor langdurigheidstoeslag ingediend. Het college had deze aanvraag aanvankelijk buiten behandeling gesteld, omdat appellant onvoldoende gegevens had verstrekt. Later, in een bestreden besluit van 9 juli 2012, werd de aanvraag voor het jaar 2011 alsnog gegrond verklaard, maar het college had nagelaten te beslissen over de jaren 2008, 2009 en 2010.
De rechtbank Maastricht verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond, met de overweging dat het besluit geen betrekking had op de langdurigheidstoeslag voor de jaren 2008 tot en met 2010. Appellant ging hiertegen in hoger beroep, waarbij hij aanvoerde dat het college ten onrechte niet had beslist over zijn recht op langdurigheidstoeslag voor de jaren 2008 en 2009.
De Raad oordeelt dat de rechtbank de relevante feiten niet correct heeft beoordeeld. Het aanvraagformulier bood geen mogelijkheid om aan te geven voor welk jaar de langdurigheidstoeslag werd aangevraagd, en het college had de aanvraag ruimer moeten interpreteren. De Raad concludeert dat het college de jaren 2008 en 2009 had moeten beoordelen en dat het college dit ten onrechte heeft nagelaten. De Raad draagt het college op om de gebreken in het besluit van 9 juli 2012 te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. De uitspraak benadrukt de mogelijkheid van terugwerkende kracht bij aanvragen voor langdurigheidstoeslag, zoals geregeld in de WWB.