ECLI:NL:CRVB:2014:1099
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- C.H. Bangma
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid op grond van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een ambtenaar die ontslagen is wegens arbeidsongeschiktheid op basis van artikel 12.8a van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA). De appellant, werkzaam als wijkverzorger, had na een scooterongeval blijvende beperkingen aan zijn linkerarm en -schouder. Ondanks dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) hem slechts voor ongeveer 19% arbeidsongeschikt achtte, werd hij door de bedrijfsarts als blijvend niet in staat geacht zijn eigen werkzaamheden te hervatten. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de bevoegdheid om ontslag te verlenen wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid ook geldt voor medewerkers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard. De Raad concludeert dat het dagelijks bestuur niet verplicht was om een deskundigenoordeel van het Uwv aan te vragen, aangezien er geen verschil van inzicht bestond over de mate van arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelt dat de appellant gedurende de relevante periode gedeeltelijk arbeidsongeschikt is gebleven en dat het hoger beroep niet slaagt.