ECLI:NL:CRVB:2014:1097
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- C.H. Bangma
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens plichtsverzuim bij aanbestedingsprocedures en declaratiegedrag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak betreft het ontslag van een ambtenaar, die beschuldigd werd van plichtsverzuim, waaronder onregelmatigheden bij aanbestedingsprocedures en onjuist declaratiegedrag van reiskosten. De ambtenaar, werkzaam bij de gemeente 's-Hertogenbosch, had vanaf 1 oktober 1977 de functie van senior technisch medewerker. Naar aanleiding van signalen van misstanden werd een onderzoek ingesteld door een extern bureau, Hoffmann. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat de ambtenaar zich niet aan de aanbestedingsregels had gehouden en onterecht reiskosten had gedeclareerd.
De Raad oordeelde dat de onderzoeksbevindingen voldoende grondslag boden voor de conclusie dat de ambtenaar zich schuldig had gemaakt aan plichtsverzuim. De opgelegde straf van onvoorwaardelijk ontslag werd niet onevenredig geacht, ondanks de lange staat van dienst van de ambtenaar. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het ontslag ongegrond had verklaard. Het hoger beroep van de ambtenaar werd afgewezen, en het college van burgemeester en wethouders werd niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep, omdat zij geen procesbelang meer hadden na de bevestiging van het ontslag.
De uitspraak benadrukt het belang van integriteit en betrouwbaarheid binnen de publieke sector, en dat zelfs een lange staat van dienst niet kan rechtvaardigen dat men zich niet aan de regels houdt. De Raad concludeerde dat de ernst van het plichtsverzuim de beslissing tot ontslag rechtvaardigde.