ECLI:NL:CRVB:2014:1046
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- B.W.N. de Waard
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag op grond van de Wet Wajong met betrekking tot jeugdgehandicapte status
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, geboren in 1951 in Polen, heeft op zesjarige leeftijd kinderverlamming opgelopen en heeft in 2010 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering. Het Uwv heeft de aanvraag afgewezen, omdat het niet mogelijk was om haar arbeidsbeperkingen op de datum waarop zij 17 jaar werd vast te stellen. De Raad heeft het standpunt van het Uwv onderschreven, waarbij het van belang was dat de medische gegevens die door appellante zijn overgelegd niet voldoende waren om een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) op te stellen. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het Uwv op goede gronden de aanvraag heeft afgewezen. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, waarbij het hoger beroep van appellante niet slaagde. De Raad concludeert dat er geen verifieerbare gegevens zijn om de arbeidsbeperkingen van appellante op de relevante data vast te stellen, en dat de afwijzing van de aanvraag dus terecht was.