ECLI:NL:CRVB:2014:1042
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- W.H. Bel
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toekenning hulp bij het huishouden en medisch advies
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, die de toekenning van hulp bij het huishouden heeft aangepast. Appellant had in oktober 2011 verlenging aangevraagd van de eerder toegekende hulp, die in november 2010 was vastgesteld op zeven en een half uur per week. Het college heeft echter besloten om het aantal uren te verlagen naar zes en een half uur per week, omdat appellant nu in een eenpersoonshuishouden woont. Appellant betwist deze beslissing en stelt dat het college ten onrechte geen medisch adviseur heeft ingeschakeld bij de besluitvorming. Hij voert aan dat zijn gezondheidstoestand sinds het eerdere medisch onderzoek in oktober 2010 is verslechterd, maar heeft geen bewijs geleverd om deze claim te onderbouwen.
De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat het medisch advies van dr. H.M. Laane, dat ten grondslag lag aan de eerdere beslissing, nog steeds relevant was. Appellant heeft in hoger beroep zijn eerdere gronden herhaald, maar de Centrale Raad van Beroep onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en komt tot de conclusie dat appellant geen nieuwe of andere gronden heeft aangevoerd die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. De Raad bevestigt dan ook de uitspraak van de rechtbank en wijst erop dat appellant geen bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat zijn gezondheidstoestand is verslechterd.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de overwegingen van de rechtbank volledig onderschrijven. De beslissing is openbaar uitgesproken op 26 maart 2014, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.