ECLI:NL:CRVB:2013:CA2762
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- T. Hoogenboom
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Weigering van Wajong-uitkering op basis van andere ziekteoorzaak dan drugsverslaving
In deze zaak gaat het om de weigering van een Wajong-uitkering aan appellant, die sinds 1991 een uitkering ontving op basis van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet. Appellant, geboren in 1973, heeft in 1999 zijn arbeidsongeschiktheid opnieuw laten beoordelen, waarbij hij in de arbeidsongeschiktheidsklasse van 80 tot 100% werd ingedeeld. In 2009 heeft hij een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend, waarbij hij stelde dat zijn arbeidsongeschiktheid was toegenomen door psychische klachten die samenhingen met zijn drugsverslaving. Het Uwv heeft deze aanvraag echter afgewezen, omdat de beperkingen niet voortvloeiden uit dezelfde ziekteoorzaak als de eerdere Wajong-uitkering. De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat de toegenomen arbeidsongeschiktheid van appellant voortvloeit uit een andere ziekteoorzaak dan de psychische klachten waarvoor hij eerder een Wajong-uitkering ontving. De Raad benadrukte dat de bewijslast voor de stelling dat de toegenomen arbeidsongeschiktheid voortkomt uit dezelfde ziekteoorzaak bij het Uwv ligt. De rechtbank had terecht vastgesteld dat de door appellant gepretendeerde toeneming van arbeidsongeschiktheid samenhangt met zijn drugsverslaving, die als een nieuwe oorzaak werd beschouwd. De Raad concludeerde dat de rechtbank de juiste maatstaf had gehanteerd en dat de aangevallen uitspraak in stand moest blijven.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.