ECLI:NL:CRVB:2013:CA2029
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van recht op inkomensvoorziening en inschrijving in de GBA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. Appellant, A. te B., ontving een inkomensvoorziening op grond van de Wet investeren in jongeren. Het dagelijks bestuur van de Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug had op 5 oktober 2011 het recht op deze inkomensvoorziening opgeschort, omdat appellant niet ingeschreven stond in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) van de gemeente Wijk bij Duurstede. Appellant heeft zich op 7 oktober 2011 ingeschreven in de GBA, waarna de inkomensvoorziening weer werd uitbetaald.
Het dagelijks bestuur verklaarde het bezwaar van appellant tegen het besluit van 5 oktober 2011 ongegrond. De rechtbank verklaarde het beroep van appellant niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang, omdat de inkomensvoorziening inmiddels was uitbetaald en appellant geen verzoek had gedaan om vergoeding van de kosten in de bezwaarfase.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij tijdig om vergoeding van de kosten had verzocht en dat het dagelijks bestuur ten onrechte het recht op de inkomensvoorziening had opgeschort. De Raad heeft vastgesteld dat appellant inderdaad tijdig om vergoeding van de kosten had verzocht, maar dat het dagelijks bestuur dit verzoek niet had doorgezonden aan de rechtbank. De Raad heeft geoordeeld dat de aangevallen uitspraak niet in stand kon blijven en heeft de zaak zonder terugwijzing afgedaan.
De Raad oordeelde dat het dagelijks bestuur terecht had gesteld dat appellant zich moest inschrijven in de GBA om discrepanties tussen de gegevens in de GBA en het feitelijke woonadres te voorkomen. De Raad heeft het beroep van appellant tegen het besluit van 5 oktober 2011 ongegrond verklaard en het dagelijks bestuur veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 472,--, alsook het griffierecht van € 115,-- te vergoeden.