ECLI:NL:CRVB:2013:CA1218
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K. Zeilemaker
- J.N.A. Bootsma
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Disciplinair ontslag wegens ernstig plichtsverzuim bij niet voldoen aan werkhervattingsopdrachten
In deze zaak heeft appellante, werkzaam als assistent kwaliteitszorg bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van Bestuur dat haar onvoorwaardelijk strafontslag oplegde wegens ernstig plichtsverzuim. Appellante was sinds oktober 2005 in dienst en had zich vanaf april 2009 meerdere keren ziek gemeld. De Raad van Bestuur had haar op 13 oktober 2009 een schriftelijke berisping opgelegd en haar opgedragen om op 19 en 21 oktober 2009 haar re-integratiewerkzaamheden te hervatten. Appellante voldeed hieraan niet, wat leidde tot het besluit tot ontslag.
Appellante voerde in hoger beroep aan dat de opgelegde maatregel te zwaar was, omdat zij niet in staat was om aan de opdrachten te voldoen door gezondheidsklachten en verstoorde verhoudingen. De Raad van Bestuur had volgens haar het deskundigenoordeel van het UWV moeten afwachten voordat zij tot ontslag overging. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het niet voldoen aan de werkhervattingsopdrachten als ernstig plichtsverzuim moet worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat appellante haar eigen oordeel boven dat van de bedrijfsarts had gesteld en dat de opgelegde straf van disciplinair ontslag niet onevenredig was.
De uitspraak van de rechtbank Utrecht, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard, werd bevestigd. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de Raad van Bestuur terecht had gehandeld en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 23 mei 2013.