ECLI:NL:CRVB:2013:CA0749
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen gewijzigde beslissing op bezwaar door Uwv met betrekking tot sociale zekerheidsuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 mei 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, A. te B., tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een gewijzigde beslissing op bezwaar die het Uwv op 28 januari 2013 heeft genomen, na een tussenuitspraak van de Raad op 5 december 2012, gepubliceerd als LJN BY5276. Appellante heeft haar hoger beroep ingetrokken, omdat het Uwv tegemoet is gekomen aan haar bezwaren.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante recht heeft op vergoeding van schade in de vorm van wettelijke rente over de na te betalen uitkering. Dit is gebaseerd op artikel 8:73a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat het bestuursorgaan kan worden veroordeeld tot schadevergoeding wanneer het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen. De Raad heeft ook aangegeven dat appellante zich voor vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot het Uwv kan wenden.
De proceskosten zijn begroot op € 1.888,--, bestaande uit € 944,-- voor verleende rechtsbijstand in beroep en € 944,-- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep. De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot vergoeding van deze kosten en de wettelijke rente, zoals eerder vermeld. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter M. Greebe en griffier A.J.T.M. Bruijnis-Vermeulen.