ECLI:NL:CRVB:2013:CA0515

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 mei 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
12-4325 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van de uitspraak inzake vrijwillige verzekering Algemene nabestaandenwet

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 mei 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 2 maart 2012. Verzoeker, woonachtig in Marokko, had verzocht om herziening van de uitspraak waarbij zijn verzoek om deelname aan de vrijwillige verzekering Algemene nabestaandenwet was afgewezen. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had geweigerd verzoeker tot deze verzekering toe te laten, omdat de termijn voor aanmelding ruimschoots was overschreden. Verzoeker heeft in zijn verzoek om herziening aangevoerd dat hij alsnog wil deelnemen aan deze verzekering.

De Raad heeft overwogen dat het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of de juistheid van de eerdere uitspraak. Het verzoek om herziening kan alleen worden toegewezen als er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die niet eerder bekend waren en die, als ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. In dit geval heeft verzoeker geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid naar voren gebracht die aan deze voorwaarden voldoet.

De Centrale Raad van Beroep heeft daarom het verzoek om herziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van D. Heeremans als griffier, en is openbaar uitgesproken op 17 mei 2013. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

12/4325 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 2 maart 2012, 10/4011
Partijen:
[Verzoeker] te [woonplaats], Marokko (verzoeker)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Verzoeker heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 2 maart 2012.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is behandeld ter zitting van de Raad van 5 april 2013. Verzoeker is daarbij niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door J.Y. van den Berg.
OVERWEGINGEN
1.1. Op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, kan een onherroepelijk geworden uitspraak van de Raad, op verzoek van een partij, worden herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
1.2. Bij de uitspraak waarvan thans om herziening wordt gevraagd, gepubliceerd onder
LJN BV7617, heeft de Raad de uitspraak van 17 juni 2010, 09/5674, van de rechtbank Amsterdam bevestigd. De Raad heeft daartoe overwogen dat de rechtbank terecht het beroep tegen het bestreden besluit van 28 oktober 2009 ongegrond heeft verklaard, aangezien de Svb terecht heeft geweigerd verzoeker tot de vrijwillige verzekering Algemene nabestaandenwet toe te laten aangezien de termijn voor aanmelding ruimschoots was overschreden.
2. Verzoeker heeft in zijn verzoek om herziening aangevoerd dat hij wil deelnemen aan de vrijwillige verzekering Algemene nabestaandenwet.
3. Het is vaste rechtspraak van de Raad (bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van
3 oktober 2003, LJN AN7982) dat het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet is gegeven om een hernieuwde discussie over een zaak te voeren en evenmin om een discussie over de juistheid van de betrokken uitspraak te openen. Het verzoek om herziening dient dan ook te worden afgewezen, nu niet is gebleken dat verzoeker enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Awb, naar voren heeft gebracht.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van D. Heeremans als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 mei 2013.
(getekend) E.E.V. Lenos
(getekend) D. Heeremans
QH
DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par E.E.V. Lenos en présence D. Heeremans en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 17 mai 2013.