ECLI:NL:CRVB:2013:CA0171
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens termijnoverschrijding in faillissementsuitkering
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door het Uwv met betrekking tot de intrekking van zijn faillissementsuitkering. Appellant had een aanvraag ingediend voor de overname van betalingsverplichtingen na het faillissement van zijn ex-werkgever en ontving een voorschot van € 12.343,59. Het Uwv heeft de uitkering ingetrokken omdat appellant geen geldig identiteitsbewijs heeft overgelegd, ondanks herhaalde verzoeken. Appellant maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
Appellant voerde in hoger beroep aan dat de terugvordering onterecht was, omdat hij recht had op de faillissementsuitkering. Hij stelde dat hij niet op de hoogte was van de termijn voor het indienen van bezwaar en dat hij verwarring had over de vereiste documenten. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat appellant niet tijdig bezwaar had gemaakt en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding konden verklaren. De Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank en oordeelde dat de informatie die aan appellant was verstrekt duidelijk was en dat hij verantwoordelijk was voor het tijdig indienen van zijn bezwaar.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaarschriften en de verantwoordelijkheid van de appellant om op de hoogte te zijn van de vereisten en termijnen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.