ECLI:NL:CRVB:2013:BZ9839
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning ouderdomspensioen met korting wegens niet verzekerde jaren
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een ouderdomspensioen aan appellante, geboren in 1932. Appellante had eerder een ouderdomspensioen toegekend gekregen met een korting van 32% wegens 16 niet verzekerde jaren. Tegen dit besluit was geen rechtsmiddel aangewend. In mei 2011 verzocht appellante de Sociale verzekeringsbank (Svb) om herziening van het pensioen, wat leidde tot een nieuwe toekenning met een korting van 20% wegens 10 niet verzekerde jaren. De Svb weigerde echter om het pensioen met meer dan één jaar terugwerkende kracht te herzien, omdat er geen sprake was van een bijzonder geval. Appellante stelde dat zij door de Svb op het verkeerde been was gezet en dat haar onbekendheid met haar recht op een hoger pensioen verschoonbaar was. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond, waarna appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen bijzonder geval was. Volgens vaste rechtspraak levert onbekendheid met wettelijke regelingen of rechtspraak in de regel geen bijzonder geval op. De Raad oordeelde dat appellante zelf verantwoordelijk was voor het tijdig oriënteren op de gevolgen van het arrest Wessels-Bergervoet, waar zij al in 2002 van op de hoogte was. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellante faalde en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat hiervoor geen grond was.