ECLI:NL:CRVB:2013:BZ9698
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.J. van de Griend
- R. Kooper
- A.A.M. Mollee
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen besluit sociale verzekeringsbank wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft appellant, A. te B., beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, dat op 3 juli 2012 is genomen. Dit besluit betreft de afwijzing van een aanvraag op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv). Appellant had eerder, op 9 februari 2012, een aanvraag ingediend die door verweerder was afgewezen. Het bezwaar dat appellant tegen deze afwijzing indiende, werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift buiten de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. Appellant stelde dat het besluit pas later in zijn postbus was terechtgekomen, nadat het door de campingbeheerder in een verkeerde postbus was gelegd. Dit werd ter zitting bevestigd door M. [V.].
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift op of omstreeks 22 maart 2012 was verstreken. Het bezwaarschrift was pas op 18 mei 2012 ter post bezorgd, wat ruimschoots na de termijn was. De Raad oordeelde dat appellant zelf verantwoordelijk is voor de ontvangst en behandeling van zijn post en dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was. De Raad concludeerde dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met B.J. van de Griend als voorzitter en R. Kooper en A.A.M. Mollee als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 2 mei 2013, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.