ECLI:NL:CRVB:2013:BZ8356
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens termijnoverschrijding in ziekengelduitkering
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.W. Brouwer, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Assen, die op 26 juni 2012 het beroep tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaarde. Het Uwv had op 11 mei 2011 het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet tijdig een bezwaarschrift had ingediend. Appellante stelde dat zij door een medewerker van het Uwv was voorgelicht dat zij moest wachten op een advies van haar Duitse arts, wat haar zou hebben weerhouden om tijdig bezwaar te maken.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 april 2013 geoordeeld dat het bezwaar van appellante na de voorgeschreven termijn van zes weken was ingediend, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat het beroep van appellante op schending van het zorgvuldigheids- en vertrouwensbeginsel niet opging. Appellante was er niet in geslaagd om voldoende bewijs te leveren dat zij door de informatie van het Uwv in haar handelen was beïnvloed.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde datum.