ECLI:NL:CRVB:2013:BZ8351
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van een eerder besluit inzake ziekengeld en geschonden vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.W. Brouwer, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uwv, waarin werd vastgesteld dat zij met ingang van 18 april 2011 geen recht meer had op ziekengeld ingevolge de Ziektewet. Het Uwv had eerder, op 11 april 2011, besloten dat appellante geschikt was voor haar werk, en dit besluit werd door de rechtbank ongegrond verklaard. Appellante heeft vervolgens een verzoek ingediend om terug te komen op dit besluit, maar het Uwv heeft dit verzoek afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren aangevoerd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 24 april 2013 behandeld. Tijdens de zitting op 13 maart 2013 heeft appellante haar standpunt herhaald, waarbij zij stelde dat het Uwv het vertrouwensbeginsel had geschonden. Appellante verwees naar een brief van de verzekeringsarts waarin werd aangegeven dat er een nieuwe beslissing zou worden genomen, waartegen zij opnieuw bezwaar kon aantekenen.
De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv bevoegd was om het verzoek van appellante af te wijzen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om het oorspronkelijke besluit te herzien. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het Uwv het verzoek om terug te komen op het besluit van 11 april 2011 mocht afwijzen. Het beroep van appellante op het vertrouwensbeginsel werd verworpen, omdat de Raad van oordeel was dat het Uwv niet in strijd had gehandeld met dit beginsel.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door J.J.T. van den Corput, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier.