ECLI:NL:CRVB:2013:BZ7046
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.J. van de Griend
- P.J.M. Crombach
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een besluit inzake uitkeringen voor vervolgingsslachtoffers
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 april 2013 uitspraak gedaan in het geschil tussen de erven van een betrokkene en de Pensioen- en Uitkeringsraad (verweerder) over de afwijzing van een verzoek om als vervolgde in aanmerking te komen voor een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Wuv). De betrokkene had eerder een aanvraag ingediend die was afgewezen, en na zijn overlijden hebben zijn erven de procedure voortgezet. De Raad had eerder het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het niet betalen van griffierecht, maar na verzet van de betrokkene werd het onderzoek heropend.
De Raad heeft vastgesteld dat de betrokkene geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft ingebracht die niet eerder bekend waren bij de verweerder en die aanleiding zouden geven tot herziening van het eerdere besluit. De door de betrokkene genoemde getuige was niet te traceren en de Raad heeft geconcludeerd dat de eerdere besluitvorming door de verweerder correct was. De Raad heeft de terughoudende toetsing toegepast, zoals vereist bij de beoordeling van de discretionaire bevoegdheid van de verweerder.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van het verzoek om herziening in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gedaan.