ECLI:NL:CRVB:2013:BZ4863
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van schade en proceskosten na intrekking van hoger beroep tegen Uwv
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. M. Smit, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 27 april 2011. Het betreft een geschil met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over een gewijzigde beslissing op bezwaar die op 27 juni 2012 door het Uwv is genomen. Appellante heeft haar hoger beroep op 19 juli 2012 ingetrokken, omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing geheel aan haar bezwaren tegemoet was gekomen. Ze heeft echter verzocht om vergoeding van de proceskosten en wettelijke rente over de na te betalen uitkering.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besproken, met name artikel 8:73a en 8:75a, die betrekking hebben op de vergoeding van schade en kosten bij intrekking van het beroep. De Raad heeft vastgesteld dat appellante recht heeft op schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente, omdat het Uwv haar in bezwaar gemaakte kosten zal vergoeden. De totale proceskosten zijn begroot op € 1.416,-, bestaande uit € 944,- voor de procedure in beroep en € 472,- voor het hoger beroep.
De uitspraak is gedaan door B.M. van Dun, met T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 maart 2013. De Raad heeft de verzoeken van appellante toegewezen en het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de schade en de proceskosten.