ECLI:NL:CRVB:2013:BZ4702
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- E.J. Govaers
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake Werkloosheidswet
In deze zaak heeft verzoekster een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 6 juli 2011, waarin haar beroep tegen een besluit van het Uwv werd afgewezen. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 mei 2009, die het beroep tegen het besluit van 8 mei 2008 ongegrond verklaarde, werd bevestigd. Het Uwv had in dat besluit de bezwaren van verzoekster tegen een eerder besluit gegrond verklaard en haar met terugwerkende kracht een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) toegekend. Echter, deze uitkering was niet uitbetaald omdat de aanvraag meer dan 26 weken na de werkloosheid was ingediend. Daarnaast was er een maatregel opgelegd die de uitkering met 20% verlaagde omdat verzoekster zich niet tijdig had gemeld bij het Uwv.
Verzoekster stelde dat nieuwe feiten, zoals een rapport van psychiater J. Rübsaam, niet bekend waren voor de eerdere uitspraak en dat deze feiten tot een andere beslissing hadden kunnen leiden. De Raad overwoog echter dat het rapport van Rübsaam al eerder was ingebracht in de procedure en dat verzoekster dus niet voldeed aan de voorwaarden voor herziening. De Raad concludeerde dat de nieuwe feiten niet aan de voorwaarden voldeden, omdat ze al bekend waren bij de indiener voor de uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met M.C. Bruning als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 15 maart 2013.