ECLI:NL:CRVB:2013:BZ4700
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- E.J. Govaers
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft verzoekster, A. te B., een verzoek ingediend tot herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De uitspraak waar herziening om werd gevraagd, bevestigde een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Dit besluit betrof de afwijzing van een verzoek om toekenning van een IVA-uitkering, waarbij het Uwv stelde dat er geen sprake was van toegenomen arbeidsongeschiktheid per 3 oktober 2006.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat herziening op grond van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen mogelijk is indien er sprake is van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener en die, indien ze bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. Verzoekster heeft aangevoerd dat uit een rapport van psychiater J. Rübsaam blijkt dat haar psychische klachten al bestonden vóór de einddatum van de wachttijd, maar de Raad oordeelde dat deze informatie niet als nieuw feit kan worden aangemerkt.
De Raad concludeert dat verzoekster met haar verzoek om herziening niet een nieuw feit heeft aangedragen, maar eerder een hernieuwde discussie heeft willen voeren over reeds bekende gegevens. De Raad wijst het verzoek om herziening dan ook af, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 15 maart 2013 door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met M.C. Bruning als voorzitter en E.J. Govaers en K. Wentholt als leden.