ECLI:NL:CRVB:2013:BZ4442
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- K. Wentholt
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WAO-uitkering van appellant en de geschiktheid voor het werk van vrachtwagenchauffeur
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 maart 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Alkmaar van 18 augustus 2011. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P. Heijnen, had hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 15 februari 2010, waarin het Uwv weigerde het dagloon van appellant te herzien per 1 december 1993. De Raad oordeelde dat er geen grond was om de WAO-uitkering van appellant te beëindigen, omdat de medische klachten van appellant, met name duizeligheid, niet waren verbeterd. De bezwaarverzekeringsarts had geconcludeerd dat de klachten van appellant, die al sinds 1979 bestonden, niet waren veranderd en dat appellant niet geschikt was voor het werk van vrachtwagenchauffeur.
De Raad benadrukte dat het aan appellant was om met medische gegevens te onderbouwen dat de eerdere beoordelingen onjuist waren. Appellant was hierin niet geslaagd, ondanks dat hij feitelijk als vrachtwagenchauffeur had gewerkt. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, die had geoordeeld dat het Uwv voldoende zorgvuldig onderzoek had verricht naar de medische klachten van appellant en dat het bestreden besluit voldoende was gemotiveerd. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de verantwoordelijkheid van de appellant om zijn stellingen te onderbouwen met relevante medische gegevens. De Raad bevestigde dat de eerdere beoordelingen van de arbeidsongeschiktheid van appellant in stand blijven, en dat er geen reden was om de WAO-uitkering te beëindigen.