ECLI:NL:CRVB:2013:BZ3923
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor indicatie persoonlijke verzorging en behandeling in het kader van de AWBZ
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor een indicatie voor persoonlijke verzorging en behandeling door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Appellant, geboren in 2003 en lijdend aan een bilaterale spastische paraparese, diende op 25 januari 2011 een aanvraag in bij CIZ. Deze aanvraag werd op 14 februari 2011 afgewezen, waarna appellant bezwaar maakte. CIZ verklaarde het bezwaar ongegrond op 23 augustus 2011, wat leidde tot een beroep bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 maart 2013 uitspraak gedaan. De Raad oordeelde dat CIZ zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat er geen overbelasting bij de ouders van appellant is aangetoond. CIZ stelde dat de benodigde zorg voor persoonlijke verzorging minder dan zeven uren per week bedraagt, wat betekent dat ouders deze zorg zelf moeten bieden volgens de Beleidsregels Indicatiestelling AWBZ 2011. De Raad onderschreef ook het standpunt van CIZ dat begeleiding bij zwemlessen niet onder de AWBZ valt, tenzij dit plaatsvindt binnen een revalidatietraject.
De Raad concludeerde dat de beroepsgronden van appellant niet slagen en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad wees erop dat appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stelling dat er sprake is van overbelasting bij de moeder. De uitspraak werd gedaan door A.J. Schaap, met V.C. Hartkamp als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.