ECLI:NL:CRVB:2013:BZ3330
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en opschorting van bijstandsverlening op basis van niet ingediende gegevens
In deze zaak heeft appellante, A. te B., hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage, die op 21 oktober 2010 een eerder besluit van het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage had vernietigd. Het college had op 12 mei 2010 de bijstandsverlening aan appellante opgeschort, omdat zij niet alle gevraagde gegevens, waaronder bankafschriften vanaf 1 augustus 2008, had overgelegd. Appellante ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en had de mogelijkheid om het verzuim te herstellen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Op 27 mei 2010 heeft het college de bijstand van appellante ingetrokken.
Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze intrekking en daarbij enkele bankafschriften overgelegd. Het college verklaarde het bezwaar ongegrond, maar wijzigde de grondslag van de intrekking. De voorzieningenrechter heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Appellante ging in hoger beroep, waarbij zij aanvoerde dat het recht op bijstand kon worden vastgesteld aan de hand van de overgelegde bankafschriften en dat het college niet redelijk had kunnen verzoeken om bankafschriften vanaf 1 augustus 2008.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante niet aan haar inlichtingenverplichting had voldaan, zoals vastgelegd in artikel 17, eerste lid, van de WWB. Het college had appellante herhaaldelijk om de bankgegevens verzocht, en het was appellante duidelijk dat deze gegevens van invloed konden zijn op haar recht op bijstand. De Raad concludeerde dat de schending van de inlichtingenverplichting een rechtsgrond vormde voor de intrekking van de bijstand, en dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij recht op bijstand had in de betreffende periode. Het hoger beroep werd verworpen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.