ECLI:NL:CRVB:2013:BZ3329
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake sociale zekerheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 maart 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak. De verzoeker, aangeduid als A. te B., had verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 1 februari 2011, waarin de uitspraak van de rechtbank Breda van 13 januari 2010 werd bevestigd. De verzoeker stelde dat de Raad ten onrechte had geweigerd een medische verklaring van huisarts P.L.W. Pijman aan het dossier toe te voegen en in de beoordeling te betrekken. Deze verklaring was ingediend na de termijn van tien dagen zoals bedoeld in artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad overwoog dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is om een eerdere beslissing over de toepassing van artikel 8:58 van de Awb opnieuw ter discussie te stellen. De Raad concludeerde dat de verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had ingebracht die aanleiding gaven tot herziening op grond van artikel 8:88 van de Awb. De Raad wees het verzoek om herziening af, omdat de ingebrachte medische verklaring niet als nieuw feit kon worden aangemerkt.
De uitspraak werd gedaan in het openbaar en de proceskosten werden niet toegewezen. De beslissing werd genomen door rechter E.J.M. Heijs, met J. de Jong als griffier. De uitspraak benadrukt het belang van de termijnen en de voorwaarden waaronder herziening van bestuursrechtelijke uitspraken kan plaatsvinden.