ECLI:NL:CRVB:2013:BZ3295
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor noodzakelijke kosten van duurzame gebruiksgoederen
In deze zaak heeft appellant, A. te B., hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een koelkast en een bankstel. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, omdat de kosten van duurzame gebruiksgoederen als incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan worden beschouwd. Appellant stelde dat zijn persoonlijke situatie, waaronder schulden, als bijzondere omstandigheden moesten worden aangemerkt, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het ontbreken van reserveringsruimte door schulden geen bijzondere omstandigheid vormt die het verlenen van bijzondere bijstand rechtvaardigt.
De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en in hoger beroep herhaalde de Raad dat de kosten voor de aanschaf van een koelkast en een bankstel in beginsel uit het inkomen van de betrokkene moeten worden bestreden. De Raad concludeerde dat appellant niet kon aantonen dat zijn situatie voldeed aan de vereisten voor bijzondere bijstand, aangezien de kosten van duurzame gebruiksgoederen voorzienbaar zijn en appellant op bijstandsniveau leefde. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af.
De uitspraak werd gedaan door W.F. Claessens, met V.C. Hartkamp als griffier, en vond plaats op 5 maart 2013. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.