ECLI:NL:CRVB:2013:BZ3249

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
5 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
11-3135 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten computer

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 maart 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Roermond. De appellante, A. te B., had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een computer. De aanvraag was afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas, omdat volgens hen niet was aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die noodzakelijke kosten van het bestaan met zich meebrachten. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.

De Raad heeft vastgesteld dat appellante en haar ouders voldoende inkomen hadden om voor de kosten van een computer te reserveren. De Raad verwijst naar eerdere rechtspraak waarin is bepaald dat het ontbreken van reserveringsruimte door schulden niet kan worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die recht geeft op bijstandsverlening. Appellante had in hoger beroep aangevoerd dat haar financiële situatie, door de schulden van haar ouders, het onmogelijk maakte om te reserveren voor de computer. De Raad heeft deze argumentatie verworpen, omdat de financiële situatie van appellante niet in de weg stond aan het aangaan van een lening voor de aanschaf van de computer.

De Raad concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de aanvraag voor bijzondere bijstand rechtvaardigen. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

11/3135 WWB
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 14 april 2011, 10/1463 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas (college)
Datum uitspraak 5 maart 2013.
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. J.H.M. Verstraten, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 januari 2013. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Verstraten en haar moeder [naam moeder]. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door S.R. Schipperheijn.
OVERWEGINGEN
1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1. Appellante ontving met ingang van 1 augustus 2009 bijstand naar de norm voor een jongere op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) in aanvulling op een bijdrage op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Zij woonde destijds in bij haar ouders. Namens appellante is op 4 januari 2010 een aanvraag ingediend om bijzondere bijstand voor de kosten van een computer.
1.2. Bij besluit van 26 april 2010, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 6 oktober 2010 (bestreden besluit), heeft het college deze aanvraag afgewezen. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat niet is gebleken van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellante heeft zich in hoger beroep op de hierna te bespreken gronden tegen deze uitspraak gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. In artikel 35, eerste lid, van de WWB is bepaald dat, onverminderd paragraaf 2.2, de alleenstaande of het gezin recht heeft op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, waarbij artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, niet van toepassing zijn.
4.2. Appellante heeft in hoger beroep herhaald dat het door de schulden van het gezin waarvan zij deel uitmaakte niet mogelijk was om te reserveren. Appellante heeft een lening moeten aangaan om de computer te kopen.
4.3. De rechtbank heeft appellante terecht niet in dit betoog gevolgd. Appellante en haar ouders hadden voldoende inkomen om voor de kosten van een computer te kunnen reserveren. Naar vaste rechtspraak van de Raad (CRvB 6 juli 2010, LJN BN0624) mag het ontbreken van voldoende reserveringsruimte in verband met schulden - in dit geval van de ouders van appellante - en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichting niet worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die in het individuele geval bijstandsverlening rechtvaardigt. Schulden, dan wel het ontbreken van onvoldoende reserveringsruimte als gevolg daarvan, kunnen niet op de WWB worden afgewenteld. De financiële situatie van appellante heeft overigens niet in de weg gestaan aan de financiering van de computer met een lening.
4.4. De rechtbank heeft het college voorts terecht gevolgd in zijn standpunt dat in wat appellante verder heeft aangevoerd geen grond is gelegen om aan te nemen dat de kosten van de aanschaf van een computer voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.
4.5. Het hoger beroep slaagt derhalve niet. De aangevallen uitspraak komt voor bevestiging in aanmerking.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door C. van Viegen, in tegenwoordigheid van P.C. de Wit als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 maart 2013.
(getekend) C. van Viegen
(getekend) P.C. de Wit
sg