ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2301
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard na tegemoetkoming bezwaren appellante door college
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 februari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft een geschil tussen appellante, A. te B., en het college van burgemeester en wethouders van Schiedam. De Raad heeft in zijn tussenuitspraak van 7 augustus 2012 geoordeeld dat het bezwaar van appellante ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard. Ter uitvoering van deze tussenuitspraak heeft het college op 10 december 2012 een nieuw besluit op bezwaar genomen, waarin het bezwaar van appellante alsnog gegrond werd verklaard. Dit besluit leidde tot een verhoging van de inkomensvoorziening van appellante en een vergoeding van gemaakte kosten in bezwaar.
De Raad heeft vastgesteld dat het college volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen, waardoor appellante geen belang meer had bij een oordeel in hoger beroep. Dit leidde tot de beslissing om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Daarnaast heeft de Raad het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 955,80 in beroep en € 1.416,-- in hoger beroep bedragen. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier van de Raad.