ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2174
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning ouderdomspensioen naar de norm van een gehuwde en de beoordeling van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 februari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Betrokkene, gehuwd met [M.], had in maart 2010 een aanvraag ingediend voor AOW, waarbij zij stelde dat zij sinds 19 mei 2008 duurzaam gescheiden leefde. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) kende haar echter een ouderdomspensioen toe naar de norm van een gehuwde, wat betrokkene betwistte. De rechtbank Amsterdam had het beroep van betrokkene gegrond verklaard, maar de Svb ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven. De Raad stelde vast dat betrokkene en haar echtgenote regelmatig contact hadden, elkaar gemiddeld wekelijks zagen en zelfs gezamenlijke uitstapjes maakten. Dit leidde tot de conclusie dat de feiten en omstandigheden niet ondubbelzinnig aantonen dat zij ieder afzonderlijk hun eigen leven leiden. De Raad benadrukte dat de intentie om niet voor elkaar te zorgen bij ziekte en het ontbreken van gezamenlijke vakanties niet voldoende zijn om duurzaam gescheiden leven aan te nemen.
De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de Svb ongegrond. De uitspraak benadrukt de criteria voor duurzaam gescheiden leven en de noodzaak van duidelijke feiten en omstandigheden om deze status te onderbouwen. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.