ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2118
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- E.J. Govaers
- M.A. Hoogeveen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op WIA-uitkering en functionele mogelijkheden van appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 februari 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een beslissing van het Uwv. Appellant had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 23 april 2010, waarin werd vastgesteld dat hij met ingang van 28 januari 2010 geen recht had op een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank 's-Hertogenbosch had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en deze uitspraak werd door de Centrale Raad bevestigd.
De Raad oordeelde dat de bezwaarverzekeringsarts de functionele mogelijkheden van appellant correct had vastgesteld. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de door de bezwaarverzekeringsarts aangenomen functionele mogelijkheden gehandhaafd konden blijven. Appellant had in hoger beroep aangevoerd dat zijn functionele beperkingen begin 2010 waren toegenomen, maar de Raad vond geen aanleiding om te twijfelen aan de conclusies van de bezwaarverzekeringsarts. De rechtbank had ook geen reden gezien om de door het Uwv gehanteerde functies medisch ongeschikt te achten voor appellant.
De Raad concludeerde dat de belasting in de geselecteerde functies de mogelijkheden van appellant niet te boven ging en dat er geen aanleiding was voor een onafhankelijk arbeidskundig onderzoek. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 22 februari 2013.