ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1763
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellant. Appellant, die als grondwerker heeft gewerkt, werd op 3 januari 2007 arbeidsongeschikt. Na een wachttijd van 104 weken werd hij per 31 december 2008 niet in aanmerking gebracht voor een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat hij in staat werd geacht om in passende functies een inkomen te verdienen dat voor minder dan 35% arbeidsongeschiktheid werd geacht. Appellant heeft zich op 27 mei 2010 ziek gemeld vanuit een uitkeringssituatie ingevolge de Werkloosheidswet. Het Uwv heeft op 28 september 2010 vastgesteld dat appellant met ingang van 29 september 2010 geen recht had op een ZW-uitkering, omdat hij niet ongeschikt werd geacht voor zijn arbeid. Dit besluit werd in een later stadium door het Uwv bevestigd, maar appellant ging hiertegen in beroep.
De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat het medische onderzoek dat het Uwv had uitgevoerd voldoende zorgvuldig was. De rechtbank concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de inschatting van de ernst van de rugklachten en psychische klachten van appellant. In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat het Uwv op goede gronden het ziekengeld van appellant heeft beëindigd, en dat appellant niet kon worden gevolgd in zijn stelling dat hij vanaf 29 september 2010 onafgebroken arbeidsongeschikt was. De Raad concludeerde dat de medische gegevens en rapportages voldoende onderbouwden dat appellant weer geschikt was voor arbeid, en dat er geen reden was om af te wijken van het primaire medische oordeel van het Uwv. De uitspraak werd gedaan door J.J.T. van den Corput, in tegenwoordigheid van D. Heeremans als griffier.