ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1185
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ziekengeld en afwijzing WIA-uitkering na medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 februari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het ziekengeld van appellant en de afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering. Appellant, die als tomatenplukker werkte, was sinds november 2005 arbeidsongeschikt door hartklachten en onderging in juli 2006 een hartoperatie. Na een medisch en arbeidskundig onderzoek in het kader van zijn WIA-aanvraag, werd vastgesteld dat zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 35% was, waardoor hij geen recht had op een WIA-uitkering. Het Uwv handhaafde deze beslissing in een besluit van 20 maart 2008.
Appellant meldde zich op 1 februari 2010 opnieuw ziek en zijn ziekengeld werd per 1 maart 2010 beëindigd, omdat hij geschikt werd geacht voor zijn arbeid. Tegen deze besluiten maakte appellant bezwaar, maar het Uwv verklaarde deze bezwaren ongegrond. De rechtbank 's-Gravenhage bevestigde de besluiten van het Uwv in twee afzonderlijke uitspraken, waartegen appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de bezwaarverzekeringsartsen zorgvuldig onderzoek hadden verricht en op inzichtelijke wijze hadden geconcludeerd dat appellant op de relevante data niet arbeidsongeschikt was. De Raad vond geen reden om het oordeel van de bezwaarverzekeringsarts te betwisten en zag geen noodzaak voor het inschakelen van een onafhankelijke deskundige. De Raad bevestigde de uitspraken van de rechtbank en wees de verzoeken om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek in het kader van sociale zekerheidsrechtelijke geschillen.