ECLI:NL:CRVB:2013:BZ0110
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding voor kinderopvangtoeslag 2009
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verzoek van appellante om vergoeding van een bedrag van € 20.810 voor kinderopvangtoeslag over 2009. De rechtbank had eerder het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Appellante stelde dat de afwijzing van haar verzoek om schadevergoeding een besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De consulent van de Dienst Werk en Inkomen (DWI) had haar verplicht mee te werken aan arbeidsinschakeling, waardoor zij kinderopvang moest zoeken en afhankelijk was van de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Deze toeslag was haar toegezegd, maar werd niet verstrekt, wat leidde tot haar verzoek om schadevergoeding aan het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de beslissing van 15 december 2011, waarbij het college het verzoek om schadevergoeding afwees, geen connexiteit vertoonde met een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb. Dit betekende dat er geen bezwaar openstond tegen deze beslissing. De Raad stelde vast dat het handelen van de DWI feitelijk was en niet als een besluit kon worden aangemerkt. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier V.C. Hartkamp en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.