ECLI:NL:CRVB:2013:BZ0104
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand wegens gebrek aan bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand door appellant, die zich in een financieel benarde situatie bevond. Appellant had bijzondere bijstand aangevraagd voor inrichtingskosten, opknapkosten en een waarborgsom voor zijn nieuwe woning. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, omdat de kosten volgens hen konden worden bestreden uit het inkomen van appellant, hetzij door middel van reservering, hetzij door gespreide betaling achteraf. Appellant voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die zijn aanvraag rechtvaardigden, waaronder zijn leeftijd, gezondheidsproblemen en het feit dat hij geen eigen goederen bezat na zijn verhuizing.
De Raad beoordeelde de feiten en omstandigheden van de zaak en concludeerde dat de kosten waarvoor appellant bijstand had aangevraagd, niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden. De Raad stelde vast dat de verhuizing van appellant voorzienbaar was en dat hij geruime tijd bijstand had ontvangen. Bovendien was er geen bewijs dat zijn inkomen te laag was om voor de kosten te reserveren. De Raad merkte op dat de door het college gehanteerde werkvoorschriften duidelijk maakten dat bijstandsverlening voor verhuizing en woninginrichting alleen mogelijk is in bijzondere situaties, wat in dit geval niet aan de orde was.
De uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag ongegrond had verklaard, werd door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. De Raad oordeelde dat appellant geen recht had op bijzondere bijstand, omdat de kosten niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in de wet. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.