ECLI:NL:CRVB:2013:BY9272
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- E.C.R. Schut
- Y.J. Klik
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die samen met zijn partner bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had zijn bijstandsuitkering zien intrekken door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een onderzoek door de Dienst Werk en Inkomen (DWI) naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Tijdens dit onderzoek bleek dat de appellant meer werkzaamheden had verricht dan hij had opgegeven, wat leidde tot de conclusie dat hij de inlichtingenverplichting had geschonden.
De Raad heeft vastgesteld dat de onderzoeksresultaten voldoende grondslag bieden voor het standpunt van het college. De appellant had verklaard dat hij af en toe werkte in een restaurant, maar had nagelaten om de DWI tijdig op de hoogte te stellen van zijn werkuren. De DWI had waarnemingen verricht en vastgesteld dat de appellant op meerdere dagen had gewerkt zonder dit te melden. De Raad oordeelde dat de appellant niet volledig had voldaan aan zijn verplichtingen om informatie te verstrekken over zijn werkzaamheden en inkomsten.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond was verklaard. De Raad concludeerde dat de intrekking van de bijstand over de periode van 30 juli 2010 tot en met 13 september 2010 terecht was, omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld door de schending van de inlichtingenverplichting. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.