ECLI:NL:CRVB:2013:BY9160

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/5273 WW + 11/5274 WW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van kennisneming van door appellant overgelegde besluiten van het Uwv niet gerechtvaardigd

In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht van 25 juli 2011. De Centrale Raad van Beroep behandelt de kwestie van de beperking van de kennisneming van door appellant overgelegde besluiten van het Uwv. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen het doorsturen van deze informatie naar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen. Dit bezwaar is ingediend op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat partijen de mogelijkheid biedt om te verzoeken om beperkte kennisneming van stukken indien daarvoor gewichtige redenen zijn.

De Raad overweegt dat de omstandigheid dat hij de informatie ook bij het college had kunnen opvragen, geen gewichtige reden is om het college geen kennis te laten nemen van de door appellant overgelegde informatie. De Raad concludeert dat er geen grond is om het college te weigeren kennis te laten nemen van de vijf door appellant overgelegde besluiten van het Uwv. De besluiten zijn van belang voor de beoordeling van de zaak en de Raad oordeelt dat de beperking van de kennisneming niet gerechtvaardigd is.

De Centrale Raad van Beroep heeft besloten dat de door appellant overgelegde besluiten van het Uwv aan hem zullen worden teruggezonden, met de uitnodiging deze stukken desgewenst weer in te zenden. Deze beslissing is genomen door G.A.J. van den Hurk, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in bestuursrechtelijke procedures en de rechten van partijen om hun stukken in het geding te laten komen.

Uitspraak

11/5273 WW en 11/5274 WW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
BESLISSING
inzake de toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht in het geding tussen
[A. te B.]
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen (college)
INLEIDING
Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 25 juli 2011, 08/2481 en 09/26.
Bij faxbericht van 8 november 2012 heeft appellant gereageerd op een verzoek van de Raad om nadere stukken in te zenden. Daarin heeft appellant kenbaar gemaakt dat hij er bezwaar tegen heeft als de Raad de door appellant te verstrekken informatie zal doorsturen naar het college. Dit bezwaar behelst een verzoek om beperkte kennisneming in de zin van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Bij faxbericht van 23 november 2011 heeft appellant twee besluiten van het Uwv van 23 augustus 2006 over zijn recht op een werkloosheidsuitkering en een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering overgelegd. Bij faxbericht van 4 december 2012 heeft appellant twee besluiten van het Uwv van 29 oktober 2007 en één besluit van 23 november 2007 over de beëindiging, terug- en invordering van zijn werkloosheidsuitkering overgelegd.
OVERWEGINGEN
1. Op grond van artikel 8:29, eerste lid, van de Awb in samenhang met artikel 21, eerste lid, van de Beroepswet kunnen partijen die verplicht zijn stukken over te leggen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, de Raad meedelen dat uitsluitend hij kennis zal mogen nemen van de stukken. Op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Awb in samenhang met artikel 21, eerste lid, van de Beroepswet beslist de Raad of de beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is.
2. De omstandigheid dat de Raad de in de Inleiding genoemde informatie ook bij het college had kunnen opvragen, is geen gewichtige reden als bedoeld in artikel 8:29, eerste lid, van de Awb, om het college geen kennis te laten nemen van de door appellant overgelegde informatie. Uit het feit dat het college zelf de betreffende gegevens bij het Uwv had kunnen opvragen, blijkt al dat er geen grond is om het college geen kennis te laten nemen van de vijf door appellant overgelegde besluiten van het Uwv.
3. De door appellant overgelegde besluiten van het Uwv zullen aan hem worden teruggezonden, met de uitnodiging deze stukken desgewenst weer in te zenden.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bepaalt dat beperking van de kennisneming van de door appellant overgelegde besluiten van het Uwv niet gerechtvaardigd is.
Deze beslissing is genomen door G.A.J. van den Hurk, in tegenwoordigheid van P. Boer als griffier.
(getekend) G.A.J. van den Hurk
(getekend) P. Boer
TM