Uitspraak
30 september 2010, 10/990 (aangevallen uitspraak 1) en van 14 mei 2012, 11/1708 en 11/1709 (aangevallen uitspraak 2)
OVERWEGINGEN
4.5.3. Deze stelling treft geen doel. Het kenteken van de auto staat op naam van betrokkene 2 en hoofdzakelijk is waargenomen dat hij de auto bestuurde. Voorts heeft de sociale recherche de auto regelmatig ’s avonds aangetroffen en is gezien dat de auto de volgende ochtend op dezelfde plek geparkeerd stond als de avond ervoor. Diverse keren is geconstateerd dat de auto bedekt was met een laagje condens. Dit duidt erop dat de auto de hele nacht op dezelfde plek heeft gestaan. Ook is waargenomen dat betrokkene 2 ’s ochtends het huis verliet om zijn zoontje naar school te brengen. Betrokkene 2 is daarnaast slechts twee maal gezien in de omgeving van de adressen waar hij stond ingeschreven en volgens eigen zeggen heeft gewoond. De bevindingen uit de waarnemingen en observaties vormen dan ook een sterke aanwijzing dat betrokkene 2 vanaf 7 mei 2009 zijn hoofdverblijf had in de woning van betrokkene 1.
BESLISSING
- bevestigt aangevallen uitspraak 1;
- vernietigt aangevallen uitspraak 2 behoudens ten aanzien van de beslissingen over
J.M.A. van der Kolk-Severijns als leden, in tegenwoordigheid van V.C. Hartkamp als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 juli 2013.