ECLI:NL:CRVB:2013:850
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- E.J. Govaers
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAJONG-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van arbeidsbeperkingen
In deze zaak gaat het om de weigering van een WAJONG-uitkering aan appellante, die op 29 mei 2009 een aanvraag indiende. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch, die het beroep van appellante ongegrond verklaarde. De verzekeringsartsen van het Uwv concludeerden dat appellante, geboren in 1990, lijdt aan een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis, maar dat zij met de vastgestelde arbeidsbeperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) in staat is om functies te vervullen waarmee zij het minimumloon kan verdienen. Het Uwv had eerder op 16 juli 2009 besloten dat appellante niet als jonggehandicapte werd beschouwd en dus geen uitkering kreeg.
Appellante betwist de diagnose van de verzekeringsartsen en stelt dat zij lijdt aan een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) en Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS). Tijdens de zittingen heeft zij medische rapportages overgelegd ter ondersteuning van haar stellingen. De Raad oordeelt dat de verzekeringsartsen zorgvuldig hebben gehandeld en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van de FML. De bezwaarverzekeringsarts heeft de FML aangepast, maar concludeert dat appellante, ondanks haar beperkingen, geschikt is voor de geselecteerde functies.
De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij is vastgesteld dat appellante niet in aanmerking komt voor een WAJONG-uitkering. De Raad oordeelt dat de medische onderzoeken zorgvuldig zijn uitgevoerd en dat de conclusies van het Uwv juist zijn. De stellingen van appellante over haar beperkingen worden niet onderbouwd met voldoende medische stukken, waardoor het hoger beroep niet slaagt.