ECLI:NL:CRVB:2013:804
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om rechtstreekse betaling van reiskosten Valys op basis van artikel 57 WWB
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De appellant, A. te B., had een verzoek ingediend om rechtstreekse betaling van reiskosten aan Valys, een taxidienst voor bovenregionaal vervoer. Het college van burgemeester en wethouders van Etten-Leur had eerder bijzondere bijstand toegekend voor deze reiskosten, maar had het verzoek om rechtstreekse betaling afgewezen. De Raad oordeelde dat er geen gegronde redenen waren om aan te nemen dat appellant zonder hulp niet in staat was tot een verantwoorde besteding van zijn bestaansmiddelen, en dat hij daarom niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 57 van de Wet werk en bijstand (WWB). De Raad verwees naar eerdere uitspraken waarin was vastgesteld dat de mogelijkheid tot rechtstreekse betaling niet beperkt is tot situaties van problematische schulden, maar ook kan gelden voor andere situaties waarin de belanghebbende bescherming nodig heeft. De Raad concludeerde dat het college de verzoeken van appellant terecht had afgewezen en dat de rechtbank de eerdere uitspraak terecht in stand had gelaten. De uitspraak bevestigt dat de appellant niet voldoende had onderbouwd dat hij zonder hulp niet in staat was tot een verantwoorde besteding van zijn middelen.