ECLI:NL:CRVB:2013:2941

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
18 december 2013
Publicatiedatum
19 december 2013
Zaaknummer
13-588 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de terugvordering van een persoonsgebonden budget door het Zorgkantoor

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De appellante, die een persoonsgebonden budget (pgb) had ontvangen, was het niet eens met de terugvordering van een bedrag van € 1.507,44 door het Zorgkantoor 't Gooi. Het Zorgkantoor had vastgesteld dat appellante niet volledig verantwoording had afgelegd over het aan haar toegekende pgb voor het jaar 2011. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellante niet overeenkomstig de regelgeving had gehandeld, omdat het maandtarief in de zorgovereenkomst met terugwerkende kracht was gewijzigd en de urendeclaraties niet overeenkwamen met de afspraken in de zorgovereenkomsten. Dit leidde tot de conclusie dat de relatie tussen de geleverde zorg en de betaling niet altijd was aangetoond.

In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij het niet eens was met het oordeel van de rechtbank. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank op juiste wijze het pgb had vastgesteld en de terugvordering had gerechtvaardigd. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat appellante in hoger beroep geen nieuwe gronden had aangevoerd die tot een ander oordeel hadden moeten leiden. Daarom werd het hoger beroep afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit H.J. de Mooij, W.H. Bel en G. van Zeben-de Vries, en werd in het openbaar uitgesproken. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

13/588 AWBZ
Datum uitspraak: 18 december 2013
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van
20 december 2012, 12/1144 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante]te [woonplaats](appellante)
Zorgkantoor 't Gooi (Zorgkantoor)
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
Het Zorgkantoor heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 oktober 2013. Appellante is verschenen, vergezeld door haar dochter [naam dochter]. Het Zorgkantoor heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. I. Punt.

OVERWEGINGEN

1.1. Bij besluit van 8 februari 2012 heeft het Zorgkantoor het persoonsgebonden budget (pgb) over het jaar 2011 vastgesteld op € 10.593,95. Teruggevorderd is het niet verantwoorde bedrag, vastgesteld op € 1.579,59.
1.2. Appellantes bezwaar is door het Zorgkantoor gedeeltelijk gegrond verklaard in het besluit van 23 april 2012 (bestreden besluit). Het pgb over 2011 is gewijzigd vastgesteld op
€ 10.666,10 en het teruggevorderde bedrag is gewijzigd vastgesteld op € 1.507,44.
2.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard op de grond dat - kort gezegd - appellante niet overeenkomstig de regelgeving volledig verantwoording heeft afgelegd over het haar toegekende pgb. Het maandtarief in de zorgovereenkomst is met terugwerkende kracht gewijzigd en de urendeclaraties corresponderen niet met de afspraken in de zorgovereenkomsten. De relatie tussen geleverde zorg en betaling is niet steeds gebleken.
3.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij het niet eens is met het oordeel van de rechtbank.
4.
De Raad overweegt het volgende.
4.1.
De rechtbank is op de in de aangevallen uitspraak weergegeven overwegingen tot het oordeel gekomen dat het Zorgkantoor op juiste wijze het pgb over 2011 heeft vastgesteld en het bedrag van € 1.507,44 heeft teruggevorderd. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig en verenigt zich met het op grond daarvan door de rechtbank gegeven oordeel.
4.2.
Appellante heeft in hoger beroep geen nieuwe gronden naar voren gebracht en/of gemotiveerd waarom de rechtbank tot een ander oordeel had moeten komen. Het hoger beroep slaagt daarom niet. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.
5.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij, W.H. Bel en G. van Zeben-de Vries, in tegenwoordigheid van K.E. Haan als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 18 december 2013.
(getekend) H.J. de Mooij
(getekend) K.E. Haan
IvR