ECLI:NL:CRVB:2013:2941
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. de Mooij
- W.H. Bel
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de terugvordering van een persoonsgebonden budget door het Zorgkantoor
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De appellante, die een persoonsgebonden budget (pgb) had ontvangen, was het niet eens met de terugvordering van een bedrag van € 1.507,44 door het Zorgkantoor 't Gooi. Het Zorgkantoor had vastgesteld dat appellante niet volledig verantwoording had afgelegd over het aan haar toegekende pgb voor het jaar 2011. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellante niet overeenkomstig de regelgeving had gehandeld, omdat het maandtarief in de zorgovereenkomst met terugwerkende kracht was gewijzigd en de urendeclaraties niet overeenkwamen met de afspraken in de zorgovereenkomsten. Dit leidde tot de conclusie dat de relatie tussen de geleverde zorg en de betaling niet altijd was aangetoond.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij het niet eens was met het oordeel van de rechtbank. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank op juiste wijze het pgb had vastgesteld en de terugvordering had gerechtvaardigd. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat appellante in hoger beroep geen nieuwe gronden had aangevoerd die tot een ander oordeel hadden moeten leiden. Daarom werd het hoger beroep afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit H.J. de Mooij, W.H. Bel en G. van Zeben-de Vries, en werd in het openbaar uitgesproken. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.