ECLI:NL:CRVB:2013:2939
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. de Mooij
- W.H. Bel
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Verrekening of terugvordering van niet verantwoorde AWBZ-zorgkosten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin het Zorgkantoor Utrecht een persoonsgebonden budget (pgb) had toegekend aan appellant voor zorg ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Appellant had een pgb van € 15.513,- ontvangen, maar verantwoorde slechts € 14.263,74, waardoor een bedrag van € 999,26 niet verantwoord bleef. Het Zorgkantoor besloot dit bedrag terug te vorderen, omdat appellant niet kon aantonen dat het bedrag aan AWBZ-zorg was besteed. Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Zorgkantoor verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank bevestigde deze beslissing, omdat appellant niet voldeed aan de verantwoordingsplicht zoals vastgelegd in de Regeling subsidies AWBZ. In hoger beroep herhaalde de gemachtigde van appellant dat er fouten waren gemaakt in de verantwoording door persoonlijke omstandigheden. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde echter dat er geen deugdelijk bewijs was geleverd dat het bedrag van € 999,26 daadwerkelijk aan zorg was besteed. De overgelegde bankafschriften waren onvoldoende om aan te tonen dat de betalingen aan de zorgverlener, de moeder van appellant, correct waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af.