ECLI:NL:CRVB:2013:2938
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. de Mooij
- W.H. Bel
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen op grond van de Wmo voor vervoersvoorziening en hulp bij het huishouden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. De appellant had aanvragen ingediend op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor een vervoersvoorziening en hulp bij het huishouden, welke door het college van burgemeester en wethouders van Roermond waren afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op een medisch advies dat op 25 februari 2011 was opgesteld. Appellant stelde dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn gezondheidsproblemen, waaronder diabetes, COPD, astma, apneu, obesitas, zwakke knieën en psychische klachten. Hij betoogde dat hij door deze beperkingen niet in staat was om gebruik te maken van het openbaar vervoer of om huishoudelijke taken uit te voeren.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek niet onzorgvuldig was en dat het college op basis van dit onderzoek kon concluderen dat er geen medische indicatie was voor de gevraagde voorzieningen. Appellant had in hoger beroep geen nieuwe gronden aangevoerd en verwees enkel naar zijn eerdere argumenten. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde. De aangevallen uitspraak werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met H.J. de Mooij als voorzitter, en W.H. Bel en G. van Zeben-de Vries als leden, in aanwezigheid van griffier K.E. Haan. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.