ECLI:NL:CRVB:2013:2936
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de afwijzing van een aanvraag om hulp en opvang door het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betreft een aanvraag om hulp en opvang die appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. Klaas, had ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder. De aanvraag werd door het college op 16 augustus 2011 doorgezonden naar het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Echter, het college verklaarde bij besluit van 25 oktober 2011 het bezwaar van appellante niet ontvankelijk, omdat de brief van 16 augustus 2011 volgens hen geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht bevatte.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarop appellante in hoger beroep ging. In hoger beroep stelde appellante dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de brief van het college geen besluit bevatte. Appellante betoogde dat de brief op rechtsgevolg was gericht, omdat het college met deze brief had geweigerd aan haar hulpvraag te voldoen. Tevens voerde zij aan dat de handelwijze van het college zou betekenen dat er geen rechterlijke toetsing mogelijk zou zijn van de doorzending van haar verzoek naar het COA.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de brief van 16 augustus 2011 geen besluit bevatte. De Raad concludeerde dat de brief geen beslissing op de aanvraag van appellante bevatte en dat de doorzending van de aanvraag naar het COA juist was. Het COA had uiteindelijk de aanvraag om opvang afgewezen bij besluit van 9 september 2011, wat door de rechtbank en de Afdeling bestuursrechtspraak was bevestigd. Het hoger beroep van appellante werd dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.