ECLI:NL:CRVB:2013:2891
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek om terug te komen van een eerder besluit inzake WAZ-uitkering en de relevantie van het Verzekeringsgeneeskundig protocol Diabetes Mellitus
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Assen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.W. Brouwer, had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van het Uwv om terug te komen van een eerder besluit van 6 september 2006, waarbij zijn WAZ-uitkering was ingetrokken. De appellant stelde dat er nieuwe feiten waren, namelijk het Verzekeringsgeneeskundig protocol Diabetes Mellitus, dat volgens hem een relevante wijziging in zijn situatie zou moeten betekenen.
De Raad overwoog dat het protocol geen nieuw feit of veranderde omstandigheid was in de zin van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank had eerder geoordeeld dat het protocol pas vanaf 1 november 2011 gebruikt kon worden en dat het dus niet relevant was voor de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid ten tijde van het herzieningsverzoek in 2010. De Raad bevestigde deze overwegingen en stelde dat het Uwv op goede gronden had besloten niet terug te komen van het eerdere besluit.
De Raad concludeerde dat het verzoek van de appellant niet voldeed aan de eisen van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden, zoals vereist door de wet. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.