ECLI:NL:CRVB:2013:2866
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WW-uitkering wegens niet overleggen gevraagde gegevens
In deze zaak heeft appellant op 24 september 2010 een aanvraag om een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ingediend, waarbij hij stelde dat hij werkloos was geworden na zijn dienstverband bij een werkgever in Griekenland. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft appellant verzocht om aanvullende informatie om zijn aanvraag te kunnen beoordelen. Appellant heeft echter de gevraagde gegevens niet overgelegd, wat heeft geleid tot de beslissing van het Uwv om de aanvraag bij besluit van 21 maart 2011 buiten behandeling te stellen. Dit besluit werd later door het Uwv in een beslissing op bezwaar bevestigd.
De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat appellant voldoende gelegenheid had gekregen om de gevraagde stukken te verstrekken. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat het Uwv ten onrechte gegevens van hem heeft gevraagd die uit Griekenland moesten komen, en dat hij daarover niet redelijkerwijs de beschikking kon krijgen. Hij betoogde dat het Uwv onzorgvuldig had gehandeld door zijn aanvraag buiten behandeling te stellen zonder over de benodigde informatie te beschikken.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat appellant de verplichting had om de gevraagde stukken te overleggen. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had besloten de aanvraag niet te behandelen, omdat appellant zijn verplichtingen niet was nagekomen, ondanks dat hij voldoende gelegenheid had gekregen om de benodigde informatie aan te leveren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van appellant ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.